Ton Verheijen

Hulp vragen kun je leren

Negeren van gevoelens, daar ga je niet beter van presteren. Toch lijkt ‘niet zeuren’ de norm in de topsport. In de schaatswereld komt men daarvan terug. Coaches Jetske Wiersma (KNSB) en Wouter van der Ploeg (RTC Noord) geloven in mentale begeleiding. Gedragsstijen, drijfveren en denkstijlen van high potentials worden gemeten en persoonlijke profielen besproken om mentale valkuilen van schaatstalenten te ontmaskeren: “Ik had mezelf veel teveel druk opgelegd.”

Eind december 2017 was daar ineens die vervelende dip voor schaatser Helga Drost (19). Ze nam deel aan het Olympisch Kwalificatie Toernooi (OKT) in Thialf op de 500 meter. Dat was bepaald geen genoegen. Voor Drost was het OKT 2017 in één woord “drama”. De aanloop ernaartoe was al niet best. Ze was doodmoe, zat niet lekker in haar vel. Drost: “Dat wil je niet toegegeven. Het is een superbelangrijke wedstrijd, dus ga je door.” Haar race an sich was niet eens zo slecht. Met een tijd van 39.88 werd ze 17e. Maar dat gevoel. Waardeloos.

Na het OKT moest ze een paar weken rust nemen. Dat besluit werd genomen samen met haar coach Wouter van der Ploeg, trainer langebaanschaatsen van RTC Noord. Drost moest vooral leuke dingen gaan doen. De druk moest van de ketel. Beetje chillen. Beetje trainen. Fiets niet aanraken. Drost: “Ik had mezelf veel teveel druk opgelegd. Alles draaide om het schaatsen. Gemiddeld tien keer per week trainen. En daarnaast mijn opleiding aan de CIOS. De balans tussen mijn carrière en privéleven was helemaal weg. Ik was echt geen prettig persoon meer.”

Hulp vragen is eigenlijk niks voor haar. Drost is gewend problemen zelf op te lossen. Toch ging ze  akkoord met een stuk mentale begeleiding van haar coach. Daarnaast bezocht ze een sportpsycholoog. Langzaam maar zeker kwam ze weer tot zichzelf. Het plezier kwam terug. En dat betaalde zich uit want een maand later tijdens het NK-junioren in Enschede reed ze zonder noemenswaardige voorbereiding een persoonlijk record op de 1.000 meter. Terugblikkend: “Nu weet ik dat ik rust moet pakken als ik hard hebt getraind. Plezier staat voorop, anders kun je echt niet hard schaatsen. Het belangrijkste wat ik heb geleerd? Hulp vragen mag.”

Niet janken

Topsport is niet voor mietjes. Dat is de mythe. De dood of de gladiolen, dat is het verhaal. Doen alsof je onkwetsbaar bent is een veelgebruikte strategie. Echte winnaars trainen keihard, volgen het door hun coach opgestelde schema, negeren alarmbellen en zeuren niet. Dat is zo’n beetje de geijkte route naar succes. Maar deze ‘niet-zeuren-aanpak’ begint in steeds meer sporten haarscheurtjes te vertonen. Een enkeling wordt er wereldkampioen mee. De overgrote meerderheid loopt erop stuk, want geen mens is onkwetsbaar.

“Het mentale stuk, daar hebben veel coaches moeite mee”, weet ook Wouter van der Ploeg: “Ze vinden mentale ontwikkeling een vaag gebied. Als er iets persoonlijks is? Niet janken! Ze zeggen het misschien met een knipoog, maar toch: psychologen zijn voor watjes. Op het mentale vlak gebeurt er daarom vrijwel niks. Sporters kunnen het heel goed verbergen als ze zich ongelukkig voelen door persoonlijke problemen. En trainers hebben weinig behoefte om daar doorheen te prikken.”

Maar de kentering is in zicht. Ook grote kampioenen komen er steeds vaker vooruit dat ze psychische begeleiding waardevol vinden. Mooie voorbeelden zijn Sven Kramer en Kjeld Nuis. Van der Ploeg: “Nuis reed vaak hard in de training maar kon dat niet laten zien als het er echt om ging. Hij kreeg mentale begeleiding, werd wereldkampioen en won twee gouden medailles tijdens de olympische spelen.” Kjeld Nuis is een killer geworden, een killer met een zachte kant.

TriMetrix-profiel

Mentale veerkracht wordt door de KNSB en de zeven langebaan RTC’s serieus genomen. Helga Drost is een van de tien jonge schaatstoppers die een zogenaamd TriMetrix-profiel maakten om inzicht te krijgen in hun gedragsstijlen, denkstijlen en drijfveren. De schaatsers (van verschillende RTC’s) voerden gesprekken over hun profiel met hun begeleiders en met TriMetrix-expert Peter Roemeling. Met de uitkomsten in de hand, kregen de coaches een beter beeld van wie de schaatsers zijn, hoe ze aangesproken willen worden en hoe ze feedback willen krijgen.

Van der Ploeg gaat geregeld het gesprek aan met zijn pupillen: “In zo’n gesprek is het even niet zo belangrijk hoe het met schaatsen gaat. Ik wil weten hoe het met hen gaat. Hoe voelen ze zich? Wat houdt hen bezig? Zo krijg ik inzicht in de manier waarop ik hen kan triggeren. En als het ondanks alles niet lukt, adviseer ik hen om naar een psycholoog te gaan. Ik wil dat er iets gebeurt met het mentale stuk. Gevoelens wegdrukken en alarmsignalen negeren past niet bij mijn aanpak.”

Ook Jetske Wiersma, bondscoach van Jong Oranje bij de KNSB, gelooft in mental coaching als onderdeel van de totale begeleiding. Wiersma legt uit: “Vroeger was het alleen techniek, fysiek en trainingsschema’s. Maar er zijn meer aspecten die invloed hebben op de prestaties, zoals tactiek, leefstijl, voeding, materiaal en mentale ontwikkeling.”

Hard trainen is een fysiek verhaal, bedoelt Wiersma. Slim trainen gaat ook over alle andere aspecten. De afgelopen jaren zijn er wat dat betreft veel nieuwe inzichten opgedaan. Wiersma: “Mentale ontwikkeling staat nu misschien wel op gelijke voet met de andere factoren. Het geeft ons aanknopingspunten voor individuele begeleiding. Door het TriMetrix-profiel te bespreken, leren we de schaatsers veel sneller echt kennen.”

Mentale balans

TriMetrix-expert Peter Roemeling stelt dat het proces van mentale ontwikkeling een nog vrij onbekend terrein is bij rijders en coaches. Roemeling hielp de KNSB een programma op te stellen om de coaches en rijders te ondersteunen, het prestatiegedrag te verbeteren en te adviseren over belangrijke ontwikkelpunten op het mentale vlak. Hij denkt dat er winst te halen is in het praktisch toepasbaar maken van het proces en rijders en coaches te leren welk mentale aspecten ze over het hoofd zien en aandacht moeten geven.

Dan kun je beter dealen met de weerbarstige praktijk. Wiersma: “Tijdens wedstrijden hebben de schaatsers altijd met onverwachte situaties en met tegenslag te maken. De startlijst kan veranderen. Misschien loten ze een andere baan of andere tegenstander. Buiten kan het weer omslaan. De een raakt in paniek, de ander blijft rustig. Aanpassingsvermogen is een belangrijke competentie, net als doorzettingsvermogen, sociale vaardigheden, planning, organisatie en doelgericht werken. Stuk voor stuk zijn het mentale processen. Mentale balans leidt tot betere prestaties. Daarom moeten de schaatsers zichzelf leren kennen.”

Denkstijlen van Hartman, Mentale balans

Meer artikelen over de mentale ontwikkeling van sporters?

Selecteren op winnaarsmentaliteit? Kan dat?

Coaching ‘high potentials’ tot topschaatsers

Sportcoaching

Meer informatie en artikelen?

Wil je meer informatie over, en artikelen van, mij? Kijk dan op mijn persoonlijke pagina.


Ton Verheijen

Ton Verheijen

Ton Verheijen, journalist, tekstschrijver en trendanalist, schreef dit artikel in opdracht van De Zwerm Groep.

http://www.tonverheijen.nl/